I left my heart in Afrika

Ki kati!


Ik kan al een klein beetje Luganda! Ik dacht eerst dat de mensen Swahili zouden spreken in Oeganda. Maar ze spreken heel veel verschillende lokale talen. De aunties bij Nafasi vinden het in ieder geval heel leuk om je woordjes te leren in Luganda. Over het algemeen spreken de mensen ook goed Engels.


Ja ja, mijn laatste weekje in nu toch echt aangebroken.. Maandag ochtend zijn we gaan werken bij Nafasi. Het leek een normale dag te zijn, tot dat we bij Jackie op het kantoortje geroepen werden. Vorige week hadden we te horen gekregen dat er een kindje, het oudste meisje van Nafasi, binnenkort terug geplaatst zou worden naar haar familie. Haar familie woont in Tororo, wat aan de grens van Kenia ligt en ongeveer 6 uur rijden is. Juliet en ik hadden gezegd graag mee te willen. Vandaag, had Jackie dit besproken met Florence (één van de aunties die zelf oorspronkelijk uit Tororo komt). Florence was pas geleden op bezoek geweest bij haar familie in Tororo omdat haar oma overleden was. Zij had tijdens de begrafenis te horen gekregen dat er een baby was van nu inmiddels 3 weken oud. De moeder van de baby was zwanger van een tweeling, maar het dokters wisten dit niet. Toen zij bevallen was van de baby, bleef zij buikpijn houden. De dokters waren naar hun idee klaar met de moeder, dus lieten haar. Een paar uur later werd dus het tweede kindje geboren, maar was al overleden. De moeder is naar huis gegaan om haar kindje te begraven en is dezelfde nacht ook overleden. De familie van de baby konden geen fles voeding betalen, dus het baby'tje heeft 3 weken op water en suiker geleefd. Jackie vertelde ons het verhaal in grove lijnen en of wij graag mee wilden. Natuurlijk! 'Wanneer gaan we?' Was de volgende vraag van ons. 'Morgen ochtend', zei Jackie. Dat was al snel! Er moest nog veel geregeld worden. Het oudste meisje zou mee gaan, en we zouden dinsdag ochtend 06:30 moeten vertrekken. Juliet en ik zijn direct spulletjes in gaan pakken voor de grote meid en de baby. Een paar setjes kleding om mee te geven, 2 paar schoentjes en wat luiers. Voor de baby een mooi pakje in de kleinste maat, een doek om haar in te wikkelen, billendoekjes, een fles en de voeding. Wij vroegen of we haar de volgende dag op konden komen halen, waarop Jackie antwoordde dat we haar wel mee mochten nemen. Ze zou een nachtje bij ons slapen, dus we lieten onze strijkijzers achter en keken hoe de aunties afscheid namen van het meisje. Sommigen kwamen niet kijken, sommigen fluisterden wat in het Lugandees tegen haar. Het oudste jongetje van Nafasi gaf haar nog een dikke knuffel. Beide niet wetende dat dat waarschijnlijk de laatste keer was. We liepen met de 3 jarige de poort uit en volgens mij snapte ze er niet veel van. Normaal kreeg ze alleen haar schoenen aan als we een rondje over het project gingen lopen. Maar nu mocht ze alleen mee, ik weet niet of ze het in de gaten had.. We besloten naar de super markt te gaan om wat boodschappen te halen voor de lange reis van morgen. Ik ging op de boda zitten met de kleine meid tussen de boda chauffeur en mij in. Ik zei dat we naar de Quality supermarkt moesten en Juliet volgde ons. Eenmaal aangekomen op een kruispunt ging de chauffeur rechtdoor in plaats van links af. Ik dacht, misschien een sluiproute, die hebben ze wel vaker. Totdat hij ineens stopte langs de kant van de weg en vertelde dat hij de Quality niet wist te vinden. Grrrr, komt hij nu mee. Ik kwam er achter dat Juliet mijn portomonnee en telefoon had. Dus ik zei, rijd maar terug naar het kruispunt en ga daar maar naar links. Wij rijden en rijden, de kleine keek haar ogen uit onderweg. De chauffeur stopte na 10 minuten weer, nu bij een tankstation. Ik dacht, hij moet tanken, dat doen ze namelijk ook wel vaker onderweg. Ik heb benzine nodig, zei hij. Ik zei, ja prima, ga je gang. Waarna hij me vriendelijk vertelde dat hij niet meer verder ging. De afstand was te ver. Ik kon zijn benzine + de afgelopen rit dus niet betalen én Juliet niet bellen. Daar sta je dan, met een kind bij een tankstation zonder geld en zonder telefoon. Na het één en ander niet zo aardigs geroepen te hebben naar de chauffeur kwam er (Thank god) een andere boda aan, die ik het verhaal in paniek heb uitgelegd. Hij wist de Quality te vinden zei hij, dus schoot het ritje even voor mij voor en betaalde de andere chauffeur. Eenmaal aangekomen bij de Quality was het duimen dat ik Juliet zag staan. Bij de ingang, geen Juliet. Bij de andere ingang, geen Juliet. Ik instrueerde de chauffeur rondjes rondom de Quality te blijven rijden en na 5 min zweten zag ik een Muzungu lopen. 'Is that your friend'? 'YES! That is my friend'. Juuuuulieeeeet! Gelukkig. Ik kon de chauffeur betalen, inclusief een fooitje natuurlijk en stapte af. De kleine, Juliet en ik deden boodschappen en gingen daarna zonder problemen terug naar huis. Thuis maakten Juliet en ik pasta met tonijn voor onszelf en gaven de kleine een geroosterde boterham met boter en jam en een glas melk uit met een rietje. Ik heb een kind geloof ik nog nooit zo zien genieten! De aunties hadden gezegd dat we ze niet mochten overvoeden, omdat ze anders Diaree zou krijgen. We deden haar onder de douche, en hebben haar kroeshaartjes met shampoo gewassen.?(bij Nafasi worden ze alleen met een blokje zeep gewassen) Daarna hebben we haar bedje opgemaakt en ging ze, na 2 minuten gehuild te hebben, gelijk slapen. De volgende morgen was het heel vroeg. We gingen op de boda richting old taxi park. Florence zou daar op ons wachten. Ga maar zoeken naar een dokere vrouw bij old taxi park, succes gegarandeerd????. Ik besloot maar even 'airtime' te kopen, dit is het beltegoed in Oeganda. Het is denk ik, na enige uitleg waar we stonden, makkelijker voor Florence om naar 2 muzungu's met een donker kindje te zoeken. Bij old taxi park werden we veel aangesproken. 'Where are you going with the black kid?' Ze vonden het allemaal maar vreemd. Florence kwam enthousiast aangewandeld en liepen met zijn vieren richting de Matatu waar 'Tororo' op stond. We zaten op de achterbank met zijn vieren, die bestond uit 3 zitjes naast elkaar. Voor ons zaten nog 10 andere mensen. De kleine zat om de beurt bij één van ons op schoot en dat wisselde af met tassen en rugzakken. Wat een lange reis was dat zeg. We kwamen uiteindelijk om 13:00 aan in Tororo, en mijn blaas klapte nog nét niet. Er is gewoon simpelweg geen mogelijkheid om onderweg een plas-stop te maken. Ik kon gelukkig gelijk aan de overkant van de straat bij een openbaar toilet gebouw. En ja, dan tref je een gat in de grond aan.. We liepen daarna een stukje door Tororo heen achter Florence aan. Zij wist natuurlijk precies de weg, en kende de nodige mensen daar. We kwamen aan bij een taxi plaats en omdat Florence daar geboren en opgegroeid is kende ze mensen en hadden we ook zo een taxi chauffeur geregeld. Eerst reden we naar een soort gemeentehuis waar we handtekeningen moesten halen en waar er officieel toestemming werd gegeven om de kleine te resettelen. Juliet en ik mochten niet mee naar binnen want blijkbaar als ze blanke zagen werden de prijzen onbetaalbaar en willen ze alleen maar geld. Wij zouden dus wachten in de auto... Ondertussen heeft onze driver ons nog even meegenomen om zijn dochtertje op school op te halen en op de boda boda naar huis te zetten. Ongeveer 2,5 uur later kwamen Florence en de kleine aanlopen. En we hadden akkoord!! Inmiddels was het al half 5, dus over 2,5 uur al weer donker. Na weer een uur rijden, steeds verder de rimboe in, kwamen we aan bij allemaal banda's (hutjes van klei met een rieten dak.) Een beetje 'groeten uit de rimboe' idee. Precies zoals het een paar jaar geleden op televisie was. Er rennen vooral veel kinderen rond want echt kennis van voorbehoedsmiddelen is hier niet. Kinderen dragen baby's op de rug en ik denk dat het gemiddelde aantal kinderen per vrouw hier ongeveer op 7/8 zit. We hebben veel gesprekken gehad en met verschillende mensen gediscussieerd over eventuele terugplaatsing van de kleine meid. Het werd al donker en ik zag het somber in. Het is niet leuk om zo'n meisje daar achter te laten, maar bij Nafasi blijven is ook geen optie. Het is namelijk echt een crisisoovang. Na een lange tijd kwamen de woorden "grandmother has accepted the child" uit de mond van Florence. Een kippenvel momentje voor Juliet en mij na een lange, vermoeiende dag vol gemengde gevoelens. Tijd om afscheid te nemen van dit lieve meisje. Hopen dat het deze keer goed gaat en dat ze haar plekje vindt. Na het afscheid en haar nog een kusje gegeven te hebben zijn we weg gereden, ik heb toch wel een klein traantje gelaten. Florence gaf in de auto terug aan geen geld te hebben voor een hotel, dus kregen wij de keus om bij haar moeder thuis te slapen of in een hotel. Omdat we dit toch ook wel leuk vonden hebben we maar voor het tweede gekozen. We kwamen aan bij een huisje midden op een veld waarna de moeder gillend naar buiten kwam; "aaiaiaiaiaiaiaiiai" echt op z'n Afrikaans komt de vrouw naar buiten gegild en geeft ons wel 5x een knuffel. We stonden er helemaal verrast bij dat ze het zo leuk vond dat wij bleven slapen. We liepen naar binnen en ze legde meteen een rieten mat op de grond. 'Feel like home' zei ze. We wisten niet goed wat we moesten doen of konden verwachten dus lieten we het maar gewoon op ons afkomen. Opeens kwamen 3 andere familie leden de kamer binnen met een volle schaal rijst, bakjes met kip, vlees en tomaten en verschillende sausjes. Ze vertelde ons dat ze dit speciaal voor esmee en mij hadden klaargemaakt. Daar zaten we dan... met z'n 2e, midden in een oerwoud, in een Afrikaans huis, op de grond met onze handen te eten. De televiesie ging na enige installatie van haar jongere broertje aan en wie zagen we op tv? Bebe cool! De bekende artiest van Oeganda waar wij mee op de foto zijn gegaan tijdens Diplo! Daarna konden we nog buiten naar de "wc" (gat in de grond) en mochten we een Afrikaanse douche nemen. We liepen naar de garage waar de "douche" zou zijn en daar stond dan een teiltje en een jerrycan. De jerrycan werd half gevuld met koud water en half met kokend water zodat het warm genoeg zou zijn om je mee te wassen. Lekker primitief. Daarna werden we meegenomen naar onze slaapkamer. Het was een kamertje van ongeveer 3 bij 3 waar 2 matrassen in lagen op de grond. De muren waren kaal en er was 1 stopcontact. Al met al hadden we er lekker op geslapen. Zelfs met een spin (!!!) boven m'n hoofd.?

De volgende ochtend werden we wakker gemaakt door Florence die gillend de kamer op kwam gerend. 'Look at that sunset!' We hadden onze wekker niet meer nodig en besloot m'n ogen maar gewoon open te doen en uit het raam te kijken. Het was een prachtige zonsopkomst! We stonden dus maar op. Zoals de avond ervoor had de familie voor ons ontbijt gezorgd. 'African breakfast' zeiden ze steeds. Het was brood met boter, thee met suiker en melk vers van de koe in de tuin. (Oke die melk smaakt wel heel apart), ook hadden we gekookte eitjes gekregen waarvan het eigeel écht kanariegeel zag. Voor het eten wilde Florence de lokale school en kerk laten zien. De school was eigenlijk de kerk als deze niet gebruikt werd. Het was een lege ruimte met hier en daar wat krijtborden. Geen stoelen, geen tafels, geen schoolboeken of materialen. Er zaten een paar kindjes op de grond die ons aankeken alsof ze water zagen branden. Of gewoon voor het eerst een blank persoon in hun leven zagen. Tijdens het eten op de veranda van het huisje hoorden we steeds "mzungu, mzungu!" Toen we opzij keken stonden er zeker 20 kinderen naar ons te zwaaien die speciaal voor ons de les mochten missen en naar ons mochten gaan kijken. Ze gingen dansen en zingen en wij maakten wat foto's en deden gezellig mee. Na het ontbijt namen we afscheid van dit mooie Afrikaanse gezin en kregen we een hele hoop zegeningen. We liepen richting de oma van de baby die we op gingen halen. Onderweg én op die plek ging iedereen op de knieën voor ons. Iedereen bedankte ons voor het bestaan en waren zo blij dat wij kwamen helpen. We kwamen aan bij opa en oma na ongeveer 10 min lopen. Zij vertelde ons het hele verhaal. De moeder van het baby'tje wat we op zouden halen was zwanger van een tweeling. Het dichtstbijzijnde ziekenhuis deden geen echo's, en hadden ook geen andere materialen om te zien dat ze zwanger was van een tweeling. Na 9 maanden is ze bevallen. Na het bevallen van het eerste kindje is de dokter gegaan omdat ze naar zijn idee 'klaar was'. Na meerdere malen aangegeven buikpijn te hebben is het 2e kindje is overleden in de buik en de moeder is een dag na de bevalling overleden. Het baby'tje wat we gingen ophalen had dus geen moeder en zusje meer. De vader was erg slecht voor de familie en heeft tijdens de zwangerschap ook verschrikkelijke dingen gedaan. Deze was dus ook niet meer in beeld. De opa en oma hadden geen geld voor fles voeding, omdat zij voor zich zelf nog niet eens eten konden betalen. Ze brachten ons naar een andere plek waar de baby was. Het enige wat we zagen was alleen maar oerwoud met af en toe een hutje. Sommige families hebben een koe, sommigen kippen en sommige wat groente op het land. We kwamen aan op een plek met wat hutjes en daar stond een vrouw met wat doeken in haar hand. Dat moest het baby'tje zijn. Ik had mezelf voorbereid op iets heftigs, maar het is niet in woorden te beschrijven hoe dat kindje er uit zag.. Zo slap, mager en zelfs het huidje liet al los. We liepen er naartoe en ik nam het kindje in mijn armen. Na wat praten met de familie, en de baby haar eerste voeding gegeven te hebben liepen we met de baby naar het graf van de moeder en het tweelingzusje. Deze worden gewoon bij de hutjes begraven. We namen de baby mee en begonnen aan onze terug reis. 7 uur in de matatu met de baby. Ook hebben Juliet en ik de reis naar Nafasi bekostigd voor de oma van het baby'tje. Zodat zij kon zien waar haar kleindochter terecht zou komen. Na een lange reis zijn we direct naar Nafasi gegaan om de andere aunties nog even te zien. Zij waren erg blij dat de missie was geslaagd. We hebben én de kleine meid geresetteld én een baby'tje opgehaald. Gelukkig dronk ze goed en heeft ze die nacht ook goed geslapen. Moe maar voldaan gingen wij samen richting huis. Wat een prachtig werk!?

Donderdag was het Koningsdag. Omdat er hier overdag niet veel te merken was daaraan zijn we dus gewoon naar Nafasi gegaan. We waren ook erg benieuwd hoe de baby en de oma de nacht hadden doorgebracht. Een van de baby's had een hup Holland hup shirt aan want de aunties wisten dat het deze dag Koningsdag was. We hadden het er namelijk al heel de week over omdat we een uitnodiging hadden gehad van de Nederlandse ambassade dat we naar de receptie mochten komen. Ik ben naar de Quality gegaan om taart en koekjes te halen, want vandaag was mijn laatste werkdag bij Nafasi. De aunties en kinderen vonden het heeeerlijk. Ook heb ik afscheid genomen van de aunties en kindjes. Je weet van te voren dat je op moet letten dat je je niet gaat hechten, en daar heb ik ook oprecht mijn best op gedaan. Maar toch, als het moment dan echt daar is en je weet dat je die lieve kindjes waarschijnlijk niet meer zal zien is het niet leuk. Afscheid nemen is nooit leuk. Maar, er is een tijd van komen en er is een tijd van gaan. In de avond zijn we dus, in onze oranje/afrikaanse kleren, naar de Nederlandse ambassade gegaan. Zonder enige verwachtingen kwamen we daar aan. Wauw! Alles was versiert in rood, wit, blauw en oranje! Er waren wel 300 Nederlanders en iedereen ook zo met een eigen reden en verhaal. Er stond Nederlandse muziek aan en we hadden de vrijwilligers van het andere Doinggoood huis snel gevonden! Bavaria was sponsor, dus gratis bieeeer!! Na het Wilhelmus gezongen te hebben en de speech van de Ambassadeur zagen we bitterballen! We waren helemaal verrast. Daarna kwamen ze weer aangelopen. Haring, kaas en rookworst. We hebben erg gelachen, de polonaise gelopen en hebben een super leuke avond gehad! Ik zal dit keer de details besparen????


Vrijdag zijn we lekker naar een hotel gegaan en hebben daar heel de dag in de zon gelegen en gezwommen. In de avond zijn we naar de Italiaan geweest om lekker te eten en daarna naar Otters. Chill dagje dus! We hadden daar afgesproken met wat vrijwilligers want ze zouden een keer bij ons in huis slapen. Zij zitten met 10 vrijwilligers midden in Kampala in het andere huis. Ze wilden een keer zien dat wakker worden met aapjes normaal is en een keer genieten van de rust. We zijn daarna dus naar ons huis gegaan en zijn meteen gaan slapen.


De volgende ochtend, zaterdag ochtend, zouden we eigenlijk lekker buiten gaan ontbijten met de aapjes. Helaas dit keer alleen regen en geen apen. Maar net zo als apen niet van regen houden, houden Afrikanen dat ook niet. Dus er is bijna geen mogelijkheid om in de stad te komen als het regent. Het is van maart tot juni ongeveer regenseizoen dus af en toe kan het flink regenen. Ik kon het niet laten nog 1x naar Nafasi te gaan. Door de regen, nog voor de laatste keer over het blubberige modderpadje die je eigenlijk niet met schoenen aan kan bewandelen, kwamen we aan. Nog even spelen en kroelen. Het was mijn laatste dag dus we zijn uiteindelijk met zijn allen naar de stad gegaan en hebben we daar lekker koffie met gebak op. We zijn ook weer op tijd terug gegaan en Juliet en ik hebben nog even samen gegeten. Na even stoeien met mijn koffer was het tijd om afscheid te nemen van mijn 'sister'. Vaak vroegen de Oegandezen, 'Is that your sister?' Na een paar dikke knuffels aan Juliet gegeven te hebben was het nu mijn tijd om dit mooie avontuur af te sluiten en terug naar Nederland te gaan. Fufu was maar een half uur te laat, wat een applausje waard is! Onderweg naar het vliegveld was het nog heel even stressen, aangezien er weer vreselijk file stond. Eenmaal aangekomen op het vliegveld in Entebbe ging alles snel, ze waren namelijk al aan het boarden dus kon gelijk doorlopen. Ik had gemengde gevoelens toen het vliegtuig van de grond was. Aan de ene kant verdrietig om weg te gaan, en aan de andere kant weer fijn om iedereen thuis weer te kunnen zien. Verassing op Schiphol, daar stonden Jan Willem, Romy en mijn moeder. Wat een geweldige reis heb ik mogen maken. Dankbaar voor alles wat ik daar heb mee mogen maken en wat ik heb geleerd. Ik heb van iedere seconde genoten en heb zeker weten de tijd van mijn leven gehad!


We zijn aan het einde gekomen van mijn laatste blog. Iedereen bedankt voor het lezen en de lieve berichtjes, dat heeft mij goed gedaan!


Zoals een aantal mensen weten heb ik geld opgehaald om een donatie te kunnen schenken. Ik heb tijdens mijn verblijf in overleg gehad met de Nederlandse eigenaar van Nafasi, Jill en Anneke van Doingoood die de donaties coördineerd waar ik het opgehaalde geld het beste aan kon doneren. Binnenkort wordt er een schaduwhut gebouwd in de tuin van Nafasi, zodat de kinderen buiten in de schaduw kunnen spelen. De kinderen zitten nu vaak binnen i.v.m. het risico op een zonnesteek. Het geld wat ik heb opgehaald hiervoor is gestort op de juiste bankrekening en ik wordt hier over op de hoogte gehouden. Iedereen die wat heeft gedoneerd nogmaals hartelijk bedankt!


Liefs,


Esmee



Time flies when you're having fun!

Lieve allemaal!


Het was weer meer dan tijd om mijn blog te gaan schrijven, maar iedere keer stel ik het uit. Ik geniet zo van alles hier dat ik haast vergeet dat mijn laatste week echt aangebroken is. Ze zeggen 'als je eenmaal verliefd bent op Afrika...' En ja, dat is gebeurd.


Na tweede paasdag mochten we dinsdag weer gewoon aan het werk. Eerst de kliniek, daarna naar Nafasi zoals iedere dinsdag. In de kliniek stond de 'immunization round' weer op het programma. Dat betekend 'hard' werken op zijn Afrikaans. Want op tijden werk je natuurlijk niet. Iedereen komt wanneer die wil en krijgt een vaccinatie wanneer de verpleegkundige genoeg thee gedronken heeft. Bij Nafasi was het een normale dag. Wat ik leuk blijf vinden is de vriendelijkheid van alle aunties, de dag kan niet beginnen zonder dat ze gevraagd hebben hoe het met me is en hoe ik geslapen heb. Het begroeten met alleen 'hello' kan hier ook écht niet, iedereen zegt 'hello, how are you?' Het was dinsdag, dus we aten Matoke met pindasaus, posho en bruine bonen. We keken vol bewondering hoe één van de aunties het lekker met haar handen op zat te peuzelen. Woensdag hebben we gewerkt, en zijn we na het werk even naar de main road gegaan om wat boodschappen te halen want we wilden hutspot gaan maken voor de aunties en hebben afgesproken om dat vrijdag te doen. Inmiddels zijn we hier al lang genoeg om de boda chauffeurs bij hun gezicht te herkennen. Er zijn vaste drivers die iedere dag voor de school staan en aangezien wij altijd alles op de boda doen, hebben we met iedere driver wel wat meegemaakt. Zodra je ze aan zien komen lopen (dat geldt trouwens overal) springen ze letterlijk op hun boda en rijden ze tegemoet, de meeste zeggen: 'Yes sister?' Soms is het dan gewoon zielig om te kiezen, want ze willen allemaal heel graag geld verdienen. Uiteindelijk kiezen we meestal gewoon de goedkoopste. De praatjes onderweg zijn ook altijd super leuk, ze zijn allemaal heel erg benieuwd wat de Muzungu's doen in zo'n klein rustig plaatsje altijd Namugongo. In Nederland praat je niet zo maar met jan en alleman op straat. Dat is wel één van die veeeeele dingen die ik ga missen van dit prachtige land. In de supermarkt op de hoek van de mainroad halen we meestal de kleine boodschappen. De man achter de kassa vroeg ons: 'Do you like plain yoghurt?' Ze weten gewoon dat we dat daar altijd kopen. De woensdag avond stond in het teken van koken tussen de kakkerlakken. Op zich went het wel snel om een hoop huisdiertjes te hebben. Door de bestekla kruipen meestal een paar kakkerlakken en pas liep er een salamander langs de gaspit heen, we waren een beetje bang dat hij zich zou verbranden, haha. We hebben die avond plannen gemaakt voor het aankomende weekend. Het zou mijn laatste weekend al weer worden... Donderdag ochtend zijn we weer naar het werk gegaan. We zouden nu alleen de ochtend blijven omdat we in de middag weer naar de tienermoeders in de sloppenwijken zouden gaan. Ik had nagellak mee genomen en we hadden ook een spel bij. We waren met ongeveer 15 personen en de mama's vonden het weer heel leuk. Ze zijn rond de 18 jaar, sommige jonger en sommige wat ouder. Een van de mama's had een kindje bij. Dit kindje zag er erg ziek uit. Jackie vertelde ons dat het kindje eigenlijk opgevangen moet worden zodat het goed gevoed word en een stabiele basis krijgt. Ze proberen de moeder over te halen dat het beter is voor haar en voor het kind dat het kindje naar Nafasi komt. De moeder is 17 volgens mij en zag er zelf ook erg zwak uit. Ze bleek HIV te hebben. De vader is een alcoholist en erg agressief. Het kindje was erg aan het hoesten en moest in ieder geval naar het ziekenhuis voor controle. Ze had alleen geen geld voor vervoer en ziekenhuis. Ze wil het kindje niet afgeven en liep huilend weg. Wat leeft dit meisje in een rot situatie zeg.. Het leven hier is gewoon kei hard. Na de tienermoeders zijn we naar de markt gegaan. Daar hebben we zoete aardappels, wortels en uien gekocht. De boda drivers kriskrassen overal doorheen. Juliet en ik zaten allebei op een aparte boda en dan vragen we altijd of ze kunnen proberen bij elkaar te blijven. Dit hadden ze wel erg serieus genomen waardoor ze dus naast elkaar gingen rijden en we gewoon met elkaar konden kletsen. Op een gegeven moment kwamen we aan bij een rotonde en aangezien de drukte besloot mijn driver er maar gewoon recht overheen te gaan. We hadden gehoord dat er a.s. zaterdag een feestje zou zijn in het Golf court hotel, dus we besloten daar ook gelijk langs te gaan en kaartjes te kopen. Het scheen een feest te zijn, genaamd Diplo, met de drummer van Major Laser. We zagen dat er een gym was, dus vroegen aan de receptionist of we er gebruik van mochten maken. Oke, ik geef het toe, sporten is wel echt iets wat ik mis hier. De discipline die ik in Nederland heb, schiet er hier bij in. Het is in die hitte gewoon haast niet te doen, en eerlijk gezegd heb ik er hier ook niet veel zin in. Maar, hier was airco. Dus wij met de lift naar boven, een kleine maar mooie gym met een Oegandese trainer. Hij vond het volgens mij geweldig dat wij kwamen dus werden vriendelijk verwezen naar de kleedkamer. Natuurlijk hadden we geen sport kleding bij, dus in onze gewone kleding en slippers zijn we begonnen. Het uitzicht was super mooi, al die lichtjes. De trainer vond het erg leuk om alle gewichten er voor ons aan te hangen en vervolgens ons aan te moedigen. Heel de training was hij erbij, en ook op het moment dat ik iets te veel rekte en m'n broek hoor scheuren. Ik kijk Juliet verschrikt aan en zeg, 'uuuhm, ik geloof dat ik uit m'n broek gescheurd ben'. De trainer had niets in de gaten, maar wij moesten zó hard lachen, dat we maar als smoes verzonnen dat het kwam door de gezichten die we trokken tijdens de workout. Ik dacht, oké gewoon doorgaan alsof er niets aan de hand is. En dat ging me prima af, totdat we de training gingen afsluiten met rekken en strekken. Ik moest op de grond gaan liggen en hij strekte m'n benen richting m'n hoofd waarop ik haast in mijn blote kont lag. Wat een drama! Maar we hebben wel écht heel erg gelachen. Dus het resultaat was, kaartjes voor Diplo, een workout, en een gescheurde broek. Vrijdag gingen we met tassen vol aardappels, wortels en uien naar Nafasi. We maakten hutspot en de aunties en kindjes vonden het heerlijk. Iedereen was heel dankbaar dat wij hadden gekookt en dat werd ons ook wel 100 keer verteld. 'Thank you auntie Esmee and auntie Juliet for cooking Dutch food'. Terwijl wij iedere dag mee mogen eten. Auntie Dorah is de kok, zij maakt de lekkerste lokale gerechten. Matoke, poscho, bruine bonen, zoete aardappels en kassave. Als toetje hadden we ijs gehaald, dat was zo grappig. De kindjes hadden dat nog nooit gegeten en de een na de ander spuugde het eerste hapje snel weer uit, haha. Wel lastig, want dit konden ze niet met hun handjes eten, dus ze moesten gevoerd worden met een lepel. Na het werk zijn we naar huis gegaan, omgekleed en op de Boda naar Kampala gescheurd, want Diplo was vanavond. We wisten echt niet wat we konden verwachten van een feestje in Kampala. Maar dit was zoooooooo'n goed feestje. Het was op die vierde etage van het hotel. Een grote zaal met, jawel, vloerbedekking. In Nederland kan dat dus echt niet. Rondom de zaal was een balkon. Toen Diplo ging draaien ging iedereen zo uit zijn dak dat de vloer van de zaal meebewoog. Ohja, we zijn dus blijkbaar zelfs nog op de foto geweest met Bebe cool, dat is een of andere super bekende Oegandees. Nadat we met de taxi uiteindelijk weer terug gekomen zijn in Numogongo. Opende de bewaker weer netjes de poort voor onsS Juliet zei: Good *HIK* evening *HIK*, haha. De volgende ochtend zijn we met iet wat zware hoofdjes vroeg opgestaan want we zouden een dagje gaan relaxen bij Kabira Country club, een hotel in Kampala. Even genieten van de rust, en weekend vieren onder de palmbomen. En natuurlijk wordt je dan wakker met regen. Geen miezer, maar een lekkere Afrikaanse stort bui. Aangezien wij, zoals al eerder verteld in een oud oerwoud zitten met ons project konden we geen Uber (taxi) bestellen want die 'zijn niet actief in dat gebied'. Boda is ook geen optie, want er is geen Afrikaan te buiten te bekennen als het regent. Uiteindelijk hebben we dus maar gewoon gewacht tot de bui over was, en lagen we, iet wat later dan gepland toch nog lekker in het zonnetje. In de avond zijn we uit eten geweest bij de Italiaan en hebben we vervolgens nog wat drankjes gedaan bij Otters. Vanuit Kampala terug naar huis kunnen we dus wel een Uber bestellen. Ik laat Juliet altijd voorin zitten want die weet de weg. Ik heb namelijk echt GEEN richtingsgevoel. Laat staan dat ik de weg kan wijzen in Afrika. Iedere straat is hetzelfde naar mijn idee. Ik schaam me ook gewoon voor de weg vanaf de main road naar het project, de laatste 2 km zegmaar. Vind het dan altijd zielig dat die chauffeur daar helemaal naar toe moet rijden. Die weg is écht heel erg, ze proberen de gaten op te vullen met zandzakken maar dat heeft nog niet veel zin. Zondag ochtend stond ons geplande dagje Entebbe op de planning. Eerst met de boda naar old taxi park. Dit is midden in Kampala town. Een groot zandvlak waar alle matatu's bij elkaar komen, je kan het vergelijken met een mierenhoop. Het zijn er wel 500 denk. Iedereen trekt aan je, ze willen allemaal een Muzungu in hun Matatu dus maken ook gewoon ruzie onderling. Even een dagje uit de drukte, uit Kampala. Het zou ongeveer 1,5 uur duren. Er is trouwens altijd file in de stad en de matatu stopt ook nog eens bij elk persoon dat ook maar een beetje laat merken dat hij vervoer nodig heeft. Dat is dus ongeveer elke 10 meter. Een ritje van 1,5 uur kan dus ook goed 2,5 duren maar dat maakt niet uit want hier in Oeganda zijn ze toch vaak te laat. Juliet zat naast me en voelde zich niet zo lekker. Op een gegeven moment hing ze uit het raam van de Matatu over te geven, haha. Als je uit de Matatu wil, dan moet je roepen: 'conductor parking', wij riepen dat dus, maar de conductor hoorde ons niet. De mede passagiers wel, dus 5 man riep in koor voor ons: 'conductor parking', nu moest hij het wel horen, Haha. De mensen zijn zo vriendelijk en willen je met alles helpen. We kwamen aan in Entebbe en hebben de boda naar Entebbe zoo gepakt. Je zou wel denken.. naar een dierentuin in Afrika? Ja! Wij zijn naar een dierentuin geweest. We hadden gehoord dat er een tour behind the scenes was waarbij je dus dichtbij de dieren kwam. Het leek ons wel leuk dus kochten we de tickets en gingen we met de gids achterop een truck door de poortjes. We kwamen langs een plek waar voer voor de dieren lag en werd ook op de truck gelegd. Als eerste gingen we naar de giraffen. We gingen in het verblijf en we konden het haast niet geloven. We stonden gewoon in het verblijf van de giraffen, hoe gaaf! De mensen stonden achter de hekken te kijken. We reden naar een steen waar we op konden staan waarop een van de giraffen naar ons toe liep. Wat zijn ze groot zo dichtbij!! Niet normaal. We gaven ze wortels, maakte wat foto's en gingen naar het volgende verblijf. Een of andere vogel. Deze vogel moest je op een bepaalde manier groeten. We moesten al lachen bij het idee en deden het dus maar gewoon. De vogel reageerde erop en maakte een klapperend geluid met zijn bek. Daarna nog naar de chimpansees, olifanten, leeuwen, luipaard, neushoorns en naar de cheeta's. De cheeta's lagen lekker relaxed in het verblijf. De gids herinnerde ons er nog aan dat het papier wat we hadden moeten tekenen in het begin was bedoelt voor de cheeta's. We gingen op een soort eigen risico het verblijf in. Na even nadenken over eventuele gevolgen zijn we toch maar het verblijf ingestapt. De gids vertelde ons dat we een voor een bij hem moesten komen en dat we ze dan voorzichtig konden aanraken/aaien. Na de dierentuin zijn we naar de botanische tuin gegaan. We hadden gehoord dat de film Tarzan in deze tuin opgenomen was. We waren dus erg benieuwd en gingen er naar toe. Wauw. Dit was echt ongelofelijk. Allemaal verschillende palmbomen, lianen, andere gekke bomen, 1000 apen en dat allemaal aan lake Victoria. Echt super mooi. Er waren zelfs planten, 'Mimosa' die zichzelf sluiten als je ze aanraakt. Na een nogal langdradige rondleiding door onze "enthousiaste" gids zijn we nog wat gaan eten en hebben we nog wat winkeltjes bezocht in de stad. De dag ging weer snel voorbij, net zo als eigenlijk alle andere dagen! Mijn laatste weekje in Afrika horen jullie snel weer. Ik stel het schijven van mijn blog iedere keer veel te lang uit. Maar dat bewijst maar weer hoe een super leuke tijd ik hier heb.


Liefs,


Esmee





HAKUNA MATATA

Hallo lieve familie, vrienden en collega's!

Wauw, er is al weer een week voorbij gevlogen. Ik begin langzamerhand zelf een Afrikaan te worden, in voornamelijk tempo. Mensen die mij goed kennen weten dat ik erg gestructureerd ben en mijn dag van minuut tot minuut plan. Heeel af en toe kijk ik hier naar de tijd. Hier kan ik dus ook gewoon wakker zonder planning, heerlijk! In het Swahili zou je kunnen zeggen: Hakuna Matata, geen zorgen. We waren gebleven bij donderdag. Donderdag ochtend stond de wekker weer en ben ik naar de kliniek gegaan omdat ik woensdag op huisbezoek was geweest. De kliniek werd dus een dagje opgeschoven. Omdat doker Daniel al had gezegd dat dinsdag en woensdag de drukste ochtenden waren had ik mij er al op voor bereid dat het deze ochtend rustig zou zijn. En dat was het ook! De ochtend stond in het teken van de moeders. Er kwamen een hele hoop vrouwen naar de kliniek die allemaal voorlichting kregen. Ook verlieten ze de kliniek allemaal met condooms, een kuurtje cotrimoxazol (dit werkt tegen gelachtsziekten) en tabletten tegen HIV. Uiteraard kregen ze de doosjes niet mee, want die konden nog voor andere dingen gebruikt worden, en de bijsluiter is ook niet nodig. Alles wat de dokter mee geeft wordt gewoon opgegetenJ Het personeel is in de kliniek heel ‘stug’. Alles moet vanuit eigen initiatief komen, anders kan je heel de dag uit je neus eten daar. Ze zullen ook niet snel aan je vragen of je iets wilt doen, het lijkt wel of ze dat op de een of andere manier niet durven te vragen. Bij Nafasi daar in tegen is veel meer te doen, hier voel ik me ook meer op mijn gemak. Ik was dus blij dat ik in de middag weer naar Nafasi kon en zodra je aan komt lopen door de poort zie je al een hoofd zwarte handjes naar de zwaaien. De middag bestaat vooral uit wassen, strijken, spelen en speelgoed opruimen. De aunties waren druk bezig met optutten en deden hun mooiste jurken aan, want Jackie’s dochter was jarig. Juliet en ik waren ook uitgenodigd dus na het werk zouden we direct door gaan naar het shoppingcentrum, want we moesten nog een cadeautje halen. We dachten, laten we is via de achterkant van Nafasi richting de main road gaan, want dat is sneller dan over heel het project. Zo gezegd zo gedaan. We liepen en liepen, langs allerlei tuintjes, geen wegen of huizen te bekennen. Uiteindelijk kwamen we na 3 kwartier lopen door een stuk oerwoud op een weggetje waar een boda driver reed. Thank god! We spraken een prijs af en vertelden de drivers (inmiddels had hij een vriend gebeld) dat we nog een tussenstop wilden bij het shoppingcentrum. Adressen hebben ze hier niet, dus met de naam van de plaats en een geschetste plattegrond, gemaakt door 1 van de aunties, wisten zij de weg wel te vinden. De drivers wachten gewoon totdat je klaar bent met je boodschappen. Maar ja, als je dan toch in de supermarkt bent, halen we gelijk wat yoghurt, tonijn etc etc. Al bij al waren we een half uur weg geweest en waren ze toch wat lichtelijk geïrriteerd. Natuurlijk wilden ze extra geld, ‘want bij een blanke valt altijd geld te halen’. Ik heb het papiertje met de plattegrond zeker 4 keer uit mijn tas moeten vissen omdat mijn driver toch geen idee had waar hij naar toe moest. Gelukkig kwamen we na een uur op de boda te hebben gezeten aan op locatie, Georgina Gardens. Een prach-tig-e locatie boven op een berg midden in Kampala. Ik belde 1 van de aunties van Nafasi om te vertellen dat we voor de poort stonden en zij zou mij later terug bellen. Ik kon het niet laten om even te Facetimen met mijn moeder om het uitzicht te laten zien. Door de camera van mijn telefoon zag ik in eens een zwart hoofd achter me, en nog een, en nog een… Ineens stond het halve dorp achter ons. Muzungu’s blijven reuze interessant, haha. Inmiddels was ik terug gebeld werden we geïnstrueerd hoe we moesten lopen. De dochter van Jackie, een meisje van 6, wachtte ons op. In haar roze Princessen jurk en met een kroontje op wees ze ons de weg naar Jackie. Die locatie was zoooo tof! We hadden uitzicht over de hele stad, er was personeel, heel veel eten en live muziek. Was een hele gezellige avond. Vrijdag was goede vrijdag en zijn Juliet en ik na een kort nachtje weer fris en fruitig naar Nafasi gelopen. Vandaag was een van de kindjes jarig, dus ik had mijn ballonnen uit Nederland meegenomen. Helaas was dit niet zo’n succes, de ene ballon na de andere klapte en zo ging dus ook het ene kindje na het andere kindje heel hard huilen. Maar het idee was leuk, haha! Eind van de middag hebben we een craft market bezocht. Alle drie een boda gepakt. Beetje jammer, want ik merkte al snel dat ik Janne en Juliet niet meer zag en uiteindelijk alleen voor de ingang van de craft market stond. Mijn driver had zo hard gereden dat de andere drivers hem niet bij konden houden en dus zowel Juliet als Janne niet wisten welke craft market ik stond. Na een half uur heen en weer gebeld te hebben kwam eerst Janne aangereden en daarna Juliet. Ondertussen mocht ik van de eigenaresse van het eerste kraampje naast haar in de schaduw komen zitten. Oh ja, en ik heb zelfs nog 3 banaantjes gekocht. Er liep een vrouw langs met een gigantische mand vol met bananen op haar hoofd. Dat blijft een leuk gezicht, echt Afrika! Om in die stemming te blijven hebben we daar lekker de rest van de middag rond geslenterd en echte Afrikaanse souvenirs gescoord. Die avond ben ik helaas ziek geworden, dus heb ik van 7 uur s’avonds tot 2 uur s’nachts boven de pot gehangen. De volgende dag stond het hotel op de planning, ik heb de ochtend nog even rustig aan gedaan, maar toen mijn ontbijt er om 9 uur nog steeds in zat zijn we naar een hotel gegaan. We hebben de hele dag lekker aan het zwembad gelegen, een massage genomen en geluncht. Natuurlijk was het bewolkt, dat is altijd als je eindelijk is een keer in de zon kan gaan liggen, haha. Al bij al hebben we vooral genoten van de luxe. Zelfs een douche waar dikke stralen water uit kwamen (!) Na het hotel hadden Juliet en ik afgesproken met Janne bij Otters bar, dezelfde bar waarover ik in mijn eerste blog al over had verteld. We hebben hier pizza gegeten, biertjes gedronken en genoten van een live bandje. Ook Frank, onze coördinator sloot gezellig nog even aan. Uiteindelijk lagen we om 3 uur pas op bed. De volgende ochtend was paasochtend. Het was een kort nachtje, want 8 uur stonden we weer netjes in de kerk. Het was een prachtige dienst, met een hele boel optredens. Een groepje kinderen dansten, een groepje zong en er was zelfs een heel toneelstuk. Na de kerk hebben we een paasbrunch gehouden met wat we nog in huis hadden. Ook begon het ineens echt keihard te regenen. En dat is niet zo als in Nederland, maar het stroomt echt met bakken uit de hemel. De druppels zijn net zo groot als knikkers. Ik voelde mezelf weer niet zo goed. Janne wilde ons nog meenemen naar een sierraden winkeltje bij ons in de straat. Het was haar laatste dag en dat had ze nog beloofd aan de eigenaresse van het winkeltje. We wachtten tot het droog was, en ondanks dat ik niet lekker was wilde ik toch mee. (ik zou eens wat meer naar mijn lichaam moeten luisteren) Maar, de weg was vreselijk. Een en al modder, nou ja, drijfzand leek het wel. Zo erg, dat we tot op onze enkels onder de modder aan kwamen. We kochten wat in het ‘winkeltje’, eigenlijk gewoon een betonnen huis met niets anders dan een tafel en een kast waar wat armbandjes op lagen. Ik kreeg het zo benauwd in dat winkeltje, omdat ik al misselijk was, dat ik naar buiten ben gerend en moest overgeven. Ik kocht snel wat en hield de eerste beste boda aan om me thuis te brengen. De rest van de eerste paasdag bracht ik dus door op bed. Tweede paasdag waren we nog vrij en zijn we vroeg uit bed gegaan om Janne uit te zwaaien. Afscheid nemen is nooit leuk, maar er is een tijd van komen en een tijd van gaan. We zijn alle drie heel erg verschillend, maar kunnen het toch heel goed met elkaar vinden. Ik heb zo gelachen de afgelopen twee weken! Nu ben ik samen met Juliet nog over in ons huisje. We zijn weer op de boda’s naar de stad gegaan, en je raad het al: dezelfde boda drivers als toen we naar de craft gingen. We wilden als eerste naar de moskee en ik zei tegen de boda driver die er de vorige keer zo hard van door ging dat we bij elkaar wilden blijven. Juliet zat deze keer bij hem achterop. En wat denk je? Juliet was ik binnen 10 minuten kwijt. Vervolgens wordt ik ergens voor de moskee afgezet. ‘Where is my friend’? zei ik tegen mijn driver. ‘She is here’ zei de driver. ‘I don’t see her’? Hij wist het allemaal niet, dus betaalde hem en vertelde hem extreem geïrriteerd dat ik nog zo had gezegd dat ze bij elkaar moesten blijven. Boos liep ik weg en probeerde ik Juliet te bellen. Maar nog voor dat ze op kon nemen zag ik haar al staan met haar driver. Als eerste bezochten we de op één na grootste moskee van Afrika: Gaddafi Mosque. We kregen allebei een hoofddoek om en een rok over onze broek, echt geen gezicht natuurlijk. Daarna mochten we de moskee van binnen bekijken en als laatste beklommen we de toren bij de moskee, waarop je uitzicht had over de hele stad. Na de moskee gingen we op zoek naar 'BROOD', dit is een Nederlandse keten die meerdere vestigingen in Kampala heeft. Hier verkopen ze dus gewoon broodjes kaas. Mijn geluk kon niet op toen we een bakkerijtje gevonden hadden en een hapje nam van een broodje kaas. De rest van de dag zijn we op de boda's de hele stad doorgescheurd en hebben we het paleis van de koning en de martelkamers daarbij bezocht, een protestantse kerk, een katholieke kerk en zijn we geëindigd in downtown Kampala. Daar is het zó onzettend druk en mensen zwaaiden naar je, raken je aan, willen je in hun winkel, roepen Mzungu, echt oppassen op je spullen dus. Je ziet daar op de straat van alles, zelfs tafels vol met afstandsbedieningen. Helaas zie je ook veel straat kinderen die naar je toe komen en vragen om wat water. Ik kan het dan niet laten om mijn flesje water af te geven. Waarop ze vervolgens snel het hele flesje leegdrinken en je na zwaaien met een glimlach. We hadden het snel gezien dus besloten terug te gaan naar Numugongo, weg uit alle drukte. De plek waar het project is was eerst oerwoud en soms besef je dat als je wakker wordt en je ziet aapjes voor het raam zitten. Voordat we naar huis gingen, deden we nog wat boodschappen bij het shoppingcentrum in de buurt. We kwamen weer een spa tegen en lieten tegen een kleine betaling onze haren wassen. Ons haar vonden ze natuurlijk heeel vreemd. Bijna net zo vreemd als wij het vonden dat er een mega vonk van het verlengsnoer afkwam waar de stekker van onze föhnen inzaten. Kortsluiting, kan gewoon. Een paar keer niezen in Juliet haar haar is ook helemaal niet raar.. Daarna, met geföhnde haren écht naar huis gegaan. De taxichauffeur noemde het project de 'Muzungu school', hij vertelde dat iedereen hier de school zo noemt. Ik hoop iedereen op deze manier weer op de hoogte gebracht te hebben!


Tot later!


X Esmee

Two weeks

Chi kati!

Vorige week donderdag avond ben ik terug gekomen van mijn te gekke safari. Na het lokale verblijf besefte ik pas hoe luxe we het hier wel niet hebben in ons huisje. We hebben altijd water uit de kraan, zelfs warm, stroom en gas. Inmiddels is er weer al een week voorbij en dat betekend dat ik al twee weken in Afrika ben. Vrijdag ochtend stond de wekker weer om 7:00 en ben ik zoals gewoonlijk samen met Juliet naar Nafasi gegaan. Vandaag was extra leuk, want alle kleding die ik heb ingezameld heb ik deze ochtends mee genomen. We hebben mooie stelletjes bij elkaar gelegd en voor de kinderen en aunties was het één groot feest. 'You look so smart' zeggen ze dan tegen de kinderen. Na de dagelijkse bad ronde was iedereen prachtig aangekleed. Helaas is er deze ochtend geld gestolen uit mijn tas door personeel. Het was ongeveer 70.000 UGX (dit is omgerekend ongeveer €18) voor Nederlanders is het natuurlijk niet zo veel, maar het personeel verdiend bij Nafasi omgerekend €150 per maand. Maar goed, na dit gemeld te hebben bij Ruth, de manager van Nafasi, werden ze gecontroleerd. Heel ongemakkelijk, want dat ga je nooit meer terug vinden. Het blijft Afrika.. Er zijn twee kindjes die 'zindelijk' zijn, en tussen de ongelukjes door naar je toerennen en zeggen: 'pottie', dan moeten ze plassen. Na het werk hebben we wat groente en fruit gehaald bij de kraampjes hier aan de weg. Die vind je trouwens overal, Oeganda is een perfect land voor de landbouw. Het regent vaak waardoor het zo mooi groen en vruchtbaar is. Vrijdag avond zijn we lekker thuis gebleven, we hebben een heerlijk terras waar je s'avonds lekker kunt zitten. Helaas resulteerd dat wel in 20 muggenbeten, ondanks dat je je insmeert met DEET. Zaterdag ochtend zijn Juliet en ik samen naar verschillende Craft markets geweest. Hier verkopen ze allerlei zelf gemaakte spulletjes en souveniers. Ze willen allemaal dat je in hun 'winkeltje' komt kijken. Afdingen is niet mijn ding, ik vind het dan al weer snel zielig en betaal vervolgens veel te veel. Juliet daar in tegen is hier bere goed in! Eerst vraagt ze hoeveel het kost, vervolgens herhaald ze het antwoord ongeloofwaardig en verteld ze vol overtuiging dat ze hetzelfde product op de vrijdag markt voor de helft heeft gezien. Ik lig vervolgens helemaal in de deuk als ze het weer voor elkaar heeft gekregen en vervolgens trots het winkeltje uit komt lopen. Eigenlijk zijn we van markt naar markt gescheurd op de boda's, was heel leuk. De boda chauffeurs liggen meestal tussen de ritjes door op hun brommer te slapen. Zondag's zijn we naar de kerk geweest op het terrein hier. Ik werd al vroeg wakker van gezang, want om 07:00 waren ze al druk aan het oefenen. Zo bijzonder om ongeveer (we hebben ze proberen te tellen) 375 kinderen in allerlei kleuren shirtjes te horen zingen, prachtig. Na de kerk zijn we met zijn drieën naar de poort gelopen. We wilden graag naar Javas om te lunchen. Je hebt meerdere Javas in Kampala maar we wisten dat er eentje zat bij een benzine pomp hier niet ver vandaan. Toevallig stonden er 3 boda's en vertelden we waar we heen wilden en voor welke prijs. We wisten dat het in de buurt zat van een KFC, en die wisten ze wel te vinden. We hadden 7000 UGX afgesproken en sprongen op de boda. 20 min later reden ze netjes de oprit op van KFC, en geen Javas te bekennen. (Zucht...) Na Google maps er bij gepakt te hebben zijn we uiteindelijk toch, natuurlijk voor een meerprijs, bij Javas afgezet. We bedankten de boda drivers vriendelijk en hebben daar heel de zondag middag doorgebracht. Op de terug weg hebben we langs de weg nog 3 Ananassen gekocht van een truck. Heel interessant ritje, want er zat een slag in het wiel van de boda waarop ik zat, dus ik was blij dat we er bijna waren. Eenmaal thuis aangekomen gingen we sporten. Iedere dag van 4 tot 7 sport er een vast groepje studenten. Ze hebben een coach, die met ze traint, voornamelijk sprinten. Iedere zondag gaan ze dus naar 'The stairs' en wij gingen deze keer mee. In een hele stoet liepen we er heen, ongeveer 25 zwarte kinderen en 2 Muzungu's er bij. The stairs is een soort van half amfitheater met treden van een halve meter hoog. Het is de bedoeling dat je van beneden naar boven de trap opspringt als een kikker en vervolgens terug naar beneden loopt. Je kunt je wel voorstellen dat dat echt ontzettend zwaar is in 28 graden Celsius. Maaar: we deden fanatiek mee. De coach, die overigens ook vrijwilliger is, kocht 2 flessen water en dat moesten ze met zijn allen delen. Je voelt je dan gewoon bezwaard om een slokje uit je flesje water, helemaal voor jezelf, te nemen. Na de training krijgen alle kinderen een suger cane (suiker riet) De coach kocht er dus bij een kraampje een stuk of 25 en vervolgens liep iedereen terug naar het project met een suger cane. Twee meiden begonnen die van ons gelijk te pellen met kapmessen en deden dit in een pannetje voor ons. De binnenkant van suikerrietstengel smaakt zoet en je kunt er op kauwen. Echt super lekker. Na de training dachten we lekker in de zon te gaan zitten, zon weg. Maandag heb ik weer bij Nafasi gewerkt en hebben we het badje gevuld met water zodat ze konden zwemmen. Tussen alle kleding die ik heb gekregen zaten ook wat zwembroekjes, dus die konden ze mooi proberen. Dinsdag ochtend ben ik voor het eerst naar de kliniek geweest: Jjanda medical clinic. De zorg hier is zo anders dan in Nederland. Zo wassen de verpleegkundigen hun handen niet met zeep, want de zeep had een patiënt gestolen. Handalcohol gebruiken ze ook niet want dat is te duur! Dinsdagochtend is het vaccinatie ochtend. Tijdens het schoonmaken van de behandelkamers liep de spreekkamer vol met vrouwen en kindjes. Ik liep met de verloskundige mee en heb de kindjes gewogen en opgemeten. Daarna gingen we de baby's vaccineren tegen allerlei ziektes, afhankelijk van de leeftijd. Je kunt je wel voorstellen dat het één grote huilende zaak was! Privacy kennen ze hier niet, de ene borst na de andere kwam uit blouses tevoorschijn om vervolgens hun baby's te voeden. Kinderen krijgen hier ook minimaal 1 jaar borst voeding. Ook de vaccinaties worden direct contact afgerekend. Na de eerste vaccinatie ronde liep de spreekkamer nog een keer vol. Het was zo 12 uur! De tijd vloog voorbij. Ik wil graag zien hoe een bevalling er in Afrika aan toe gaat, dus heb mijn Oegandese nummer op het prikbord opgehangen met de tekst: 'Call in case delivery'. Ze begrijpen ook niet dat ik niet zelfstandig een bevalling uit kan voeren, als je 4 jaar op school heb gezeten, Haha! Na de kliniek heb ik mijn witte pak weer ingeruild voor mijn gekleurde bloemen jurk en ben ik naar Nafasi gegaan. 1 van de 3 Ananassen die we hadden gekocht had ik meegenomen, zodat de kinderen daar een keer een tussendoortje krijgen. Dat krijgen ze bijna nooit, omdat ze, als ze terug geplaatst worden dat waarschijnlijk ook thuis niet krijgen. Hier mogen ze dus niet gewend aan raken. Ook kost het gewoon te veel geld. De aunties waren er heel erg blij mee! Woensdag ochtend ben ik ipv naar de kliniek samen met Juliet en Ruth (manager van Nafasi) op 'huis' bezoek geweest bij de ouders van één van de kindjes die bij Nafasi woont. Dit meisje is 2 jaar oud en ziet er nog uit als een baby, kan nog niet lopen of praten en weegt nog steeds veel te weinig. Zij zit al te lang bij Nafasi dus zal zeer binnenkort terug geplaatst moeten gaan worden. Om 08:00 stonden Juliet en ik netjes klaar bij de poort. En jawel.. Ruth kwam om 09:45 aan! Het was een ontzettend lange reis naar het dorpje waar de ouders van de kleine meid wonen. Eerst 1,5 uur naar Kampala en vanaf daar nog dik een uur. Eerst op de boda, toen bus, Matatu, andere Matatu, weer een andere Matatu en weer op de boda. Uiteindelijk stopten we ergens aan de kant van de weg (soort van snelweg) bij een huisje. Ruth klopte aan en wisselde wat woorden uit met een man, die vervolgens naar de overkant van de weg wees. Ruth liep terug naar ons, betaalden de boda's en staken de weg over. Er zat een oude vrouw voor een krotje, die ons vriendelijk ontving. Ze legde een rieten kleed neer en gingen zitten. Ruth praatte met haar in Swahili en vertaalde vervolgens naar ons. Dit huisbezoek was onverwachts. Ruth vertelde dat deze vrouw de tante van het meisjes vader is, die haar twee jaar geleden bij Nafasi heeft gebracht. We lieten haar foto's zien van het kindje en ze begon nog net niet te huilen. Juliet liet een foto zien dat ze met haar aan het oefenen was om te leren lopen, en dat het goed met haar gaat. De vrouw pakte onze handen en danke God dat wij voor haar zorgde en het zo goed met haar gaat. We inventariseerde de thuissituatie en de oude vrouw vertelde dat de moeder van het kindje een Psychische ziekte had tijdens de zwangerschap. De moeder at levende kippen en werd vastgebonden aan een boom die ze aan wees. Ze vertelde dat het kindje nooit borst voeding had gekregen en dat de moeder net deed alsof het kindje niet van haar was. De moeder is nu al een tijdje stabiel en heeft meerdere kinderen. Het kindje kan volgens de oma terug komen als ze sterk genoeg is, en volgens haar is dat als ze zelf kan lopen. Ze hebben niks, alleen avocado's, mango's en Jack fruit. Tijdens het gesprek stuurde ze haar andere kleinzoon de boom in om voor ons een Jack fruit te halen. We kregen hier een stuk op een bananen blad. Daarna wees ze ons de weg naar het huis van de vader en moeder. Ik kan moeilijk in woorden beschrijven wat een armoede er daar is.. Helaas waren de vader en moeder niet thuis, maar de broertjes en zusjes van het kindje wel. Zij zaten onder het stof, liepen op blote voeten en er zaten de nodige gaten in hun kleren. Onwerkelijk om te zien dat het kindje daar dus uiteindelijk terug naar toe moet. We kregen nog een zak vol met avocado's mee en we bedankten de oude vrouw. We zijn in de stad gebleven, want om 19:00 zouden we uit eten gaan met andere vrijwilligers. We hebben wat gelopen door Acasia Mall, een luxe shopping centrum. Om 18:00 besloten liepen we langs een spa en gingen even naar binnen om op de prijslijst te kijken. Nog geen 3 minuten later zaten we allebei met onze voeten in de lucht te genieten van een spa manicure en pedicure. Het zou namelijk 3 kwartier duren en dat zou precies nog lukken voor het eten. Je zou bijna denken dat we vergeten waren dat we in Afrika zijn, want na 3 kwartier waren alleen onze handen nog maar gedaan. Uiteindelijk kwamen we veel te laat aan, maar: onze nageltjes waren in ieder geval mooi gelakt ;) De rest van de avond hebben we lekker taco's gegeten en biertjes gedronken. Zo, jullie zijn weer op de hoogte ;)

Liefs,

Esmee

The pearl of Africa!

Hujambo!

Vandaag precies een week geleden ben ik aangekomen in dit prachtige land. Zoals mijn titel ook al benoemd: The pearl of Africa. Na deze week is deze benaming ook echt bevestigd. En oh oh, wat heb ik het naar mijn zin. Waar waren we gebleven? Jinja. Zondag ochtend werden we half 9 opgehaald door Fufu, teminste dat was het plan. Uiteindelijk kwam hij rond 09:15 aan op de boda bij de poort en zijn we direct vertrokken met de Jeep van Kinderhulp Afrika. Het was ongeveer twee uren rijden. In Nederland is dit saai, maar in Afrika kan ik uren uit het raam kijken naar alles wat je tegenkomt onderweg. Vrouwen lopen met van alles op hun hoofd, kinderen zwaaien allemaal naar je en er zijn ontzettend veel krotten waar ze van alles verkopen. Matoke (kleine groene banaantjes die ze koken), cassave, trucks vol met ananas en noem maar op. De ontzettend lange weg richting Jinja is alleen maar rechtdoor en heet ook Jinja road. Onderweg kwamen we langs maisvelden, thee- en suikerplantages. Kortom, de uitzichten zijn geweldig. Jinja is gelegen aan de bron van de Nijl. Jinja wordt ook wel de activiteiten hoofdstad van het land genoemd. Dit oude vissersdorp is in de laatste jaren een populaire toeristische bestemming geworden. We kwamen hier rond 11:00 aan en zijn begonnen met een boottocht over de Nijl. We besloten een biertje mee te nemen in het bootje en hebben ontzettend genoten van het uitzicht en het lekkere weer. Na de boottocht hebben we geluncht bij ‘The Sailors club’, het was een prachtige locatie met uitzicht op Lake victoria. Het Victoria meer is het grootste meer van Afrika en het op een na grootste zoetwatermeer op aarde. Fufu reed ons trouwens heel de dag overal naar toe. We besloten hem dan ook heel de dag op eten en drinken te trakteren. We wisten alleen niet zo goed hoe we dit moesten vertellen. Misschien is dat wel de normaalste zaak van de wereld? Ik denk het wel gebruikelijk is, want toen de rekening kwam was Fufu nergens meer te bekennen, haha. Hierna stond quad rijden op de planning. We kregen alle drie een mooi overall, kaplaarzen, helm, bril en bandana aan. Willen jullie een schakel of automaat? Uuhhh, automaat alstublieft. Na een oefenparcourtje gingen de dames hoor. Hop hop, dwars door de dorpjes heen. Dat was echt heel indrukwekkend trouwens, als je de dorpjes echt in gaat zie je pas hoe arm de mensen hier zijn. Veel kinderen kwamen dan ook op ons afrennen als we even stil stonden en hielden hun handjes op: ‘Do you have some candy?’ Persoonlijk vind ik het heel erg lastig om dan gewoon door te rijden, maar als je er 1 wat geeft willen ze allemaal dus daar kun je niet aan beginnen. Na het quad rijden waren we echt TOTAAL ORANJE. O-ve-ral zat stof. Hierna zijn we terug gereden richting Numugongo, waar we nog een Nile biertje gedronken hebben in een barretje. We zaten gezellig te kletsen, onder andere over de leeftijd van oudere mensen in Nederland. Fufu kon niet geloven dat de mensen zo oud kunnen worden. De gemiddelde leeftijd van Oegandezen is ook maar 37 jaar. Na ons biertje hadden we geen zin meer om te koken en was het al laat. Dus we haalden aan de kant van de weg een Rolex. Dit verkopen ze echt heel veel. Het is een soort pannenkoek wat word gemaakt van volkoren meel (chapati). Hier rollen ze een gebakken ei met wat groenten in, heerlijk. Zondag avond ben ik op tijd naar bed gegaan, want… (tromgeroffel) maandag was mijn eerste werkdag! Ja, uiteindelijk ben ik hier wel met een reden. Zoals de meesten van jullie al weten ga ik een combinatie doen tussen Nafasi (de crisisopvang voor baby’s) en de medische kliniek. Beide zijn op het zelfde terrein. Juliet werkt al een tijdje bij Nafasi dus maandag ochtend ben ik met haar mee gelopen naar het project. Het is 7 min lopen vanaf ons huisje over een hobbelig rood weggetje met de nodige gaten er in. Eenmaal aangekomen bij het hekje stond 1 van de twee oudste kindjes ons enthousiast op te wachten. De oudste 2 zijn 3 jaar oud en er zitten nu in total 10 kindjes. Het huis wordt gerund door de aunties, dit zijn gewoon Oegandese vrouwen, zij werken in shifts. Wij ondersteunen hun in de dagelijkse verzorging van de kindjes. Het was erg leuk dat ik samen met Juliet was, zij kon mij de namen van de kindjes goed leren en weet precies wat er zo allemaal moet gebeuren op een dag. Na een voorstel rondje zijn we eigenlijk direct aan de slag gegaan. De kindjes lagen allemaal nog in hun ledikantje met grote ogen te wachten tot ze er uit mochten. Een voor een worden ze uitgekleed, onder de douche (wel in een badkuip) gedaan, afgedroogd en aangekleed. Dit is echt lopende band werk. Er is 1 kast waar alle kleren door elkaar heen liggen. het is dus tussen de drukte door passen en meten wat ze aan kunnen. De aunties kijken totaal niet of iets bij elkaar past. Zo had 1 jongetje een roze romper aangekregen en heb ik heel de ochtend geloofd dat het een meisje was. Tot iemand hem riep, en het een jongens naam was. Juliet en ik zijn met de twee oudste gaan wandelen naar de school. Dit doen we om te oefenen met lopen maar ook om de twee oudste kennis te laten maken met een andere omgeving dan alleen Nafasi, de baby’s en de aunties. Een van de twee had veel te kleine schoentjes, maar er waren geen grotere. Zoals jullie weten ben ik bezig geweest met het inzamelen van kleding. Ik dacht wel grotere schoenen te hebben. Ik rende snel naar ons huisje en jawel hoor, gloednieuwe gympjes voor hem. En mooi dat hij ze vond! Ik besloot alle schoentjes alvast mee te nemen. De aunties vlogen me bijna om me nek, zo blij waren ze met alle schoenen. Ook nam ik twee bellenblazen mee en hebben we in de tuin een hele boel bellen geblazen. Wat hebben ze gelachen! Een groot success dus. Tussen de middag mogen wij mee eten bij Nafasi. Een van de aunties kookt alles zelf vers met plantjes uit de tuin etc. Vandaag stond er Poscho op het menu. Dit is stugge maispap (het wordt bijna beton), met bruine bonen. Maar eerlijk is eerlijk, het was gewoon lekker. Alleen valt het ook echt als beton op je maag. S’middags heb ik kennis gemaakt met het hoofd van Nafasi, Jackie. Wederzijdse verwachtingen zijn uitgesproken. Daarna heb ik kennis gemaakt met Dokter Daniel in de medische kliniek. We hebben afgesproken dat ik op dinsdag en woensdag ochtend in de kliniek kom werken en de rest van de week bij Nafasi. Dinsdag ochtend was het tijd voor mijn drie daagse safari! Ik werd om half 7 opgehaald door Paul in zijn safari bus. Weet je wel, zo’n busje waarvan het dak open kan. Paul en ik reden 1,5 uur richting Kampala om de anderen op te pikken. We zouden met een groep van 8 personen toaal gaan. Rond 8e kwamen we dus aan in Kampala, pikten we de anderen op en vertrokken we richting Murchison National Park. Dit was 6 uur rijden en onderweg maakten we een stop bij The Ziwa Rhino Sanctuary. Dit is een neushoorn verblijf. Hier zouden we dus de eerste van de big 5 moeten gaan spotten. We gingen lopend op zoek met een ranger, klinkt heel spannend, was het ook. Zeker omdat we van te voren uitleg hadden gekregen. ‘Als er een neushoorn op je afkomt dan moet je achter een boom gaan staan’. Okee.. Na een half uurtje lopen lagen ze er al! 4 Rhino’s lagen te chillen onder een boom. We stonden op 30 meter afstand van beesten die 3 ton wegen (!!). In heel Oeganda leven maar 21 Rhino’s, waarvan 19 in dit verblijf en 2 in Entebbe zoo. Zo super gaaf om ze in het echt te zien! De reis ging verder naar het nationaal park waar we direct richting de accomodatie reden: Red chili lodge. Ze deelden ons mee dat als je in het donker naar buiten gaat je wel een zaklamp mee moet nemen omdat er soms wat Nijlpaarden op bezoek komen. Mij niet gezien dus buitenJ De volgende ochtend stond de wekker om 6 uur want om 7 uur zouden we de Ferry moeten nemen voor de game drive. Zo gezegd zo gedaan. Om 7 uur zaten we te wachten tot we op de Ferry konden met onze Safari bus. Deze zou ons aan de overkant van het park brengen waar de meeste dieren te vinden waren. We aten ons ontbijtje tijdens zonsopkomst en met geluid van Nijlpaarden rond ons heen. De game drive was fantastisch! Niet alleen de big 5, maar ook een hele boel andere dieren mogen bewonderen. Op het dak van zo’n busje over de Savanne rijden stond hoog op mijn bucket list. Het park is trouwens echt ontzettend groot, 4000 vierkante kilometer! Het is ook het grootste nationaal park van Oeganda. Na de lunch stond de boottocht op de planning. We vaarden over de Nijl en zagen langs de oever olifanten, giraffen, honderden nijlpaarden (ja, logisch op de nijl) en krokodillen. De olifanten koelden zichzelf af met modder, erg leuk om te zien. Uiteindelijk werden we afgezet aan de oever en konden we naar boven klimmen voor de Murchison Falls, een waterval van 40 meter hoogte die zich met veel geweld door een 8 meter nauwe kloof perst. Het was dik een uur klimmen in de hitte, maar dat was het uitzicht meer dan waard. Paul stond ons boven aan netjes op te wachten met de bus. Hij vertelde dat de Ferry kapot was en dat er de eerste 4 dagen dus niemand naar de overkant kon. Hij was de oversteek na ons kapot gegaan, wat een geluk weer! We reden verder naar ‘Boomu women’s group’, de volgende accomodatie. Dit was echt heel local. We moesten in banda’s slapen, van die hutjes van klei met rieten dakjes. Het zag er allemaal heel schattig uit, tot dat ik mijn lakens open sloeg. Er zaten allemaal zwarte vliegjes in. Over de muur liep een salamander, er vlogen vleermuizen en liepen kakkerlakken over de grond. Tijdens het douchen, met koud water, vlogen de motten rond m’n oren. Ja, dat is ook Afrika. Het eten was ook heel local. In een banda stonden een stuk of 6 pannetjes met lokale gerechtjes, maar dat was wel erg lekker. Ik denk dat ik deze nacht 2 uren geslapen heb. Er zaten namelijk ook nog gaten in m’n muskieten net dus dan doe ik dus geen oog dicht, letterlijk ALLES kriebelde. Ik was niet de enige die niet kon slapen, we sliepen met zijn 4en en zijn s’nachts ook met zijn allen naar het toilet gegaan. Maar goed, de volgende ochtend stond de Chimp tracking op de planning. Na wederom een lokaal ontbijtje wat bestond uit Chapati, bananen, ananas, ei, wit brood en (thank god) koffie, vertrokken we richting Budungo Forest. We werden aan de kant van de weg bij het bos afgezet en gingen onder begeleiding van een gids de jungle in. Ja, als je denkt aan de jungle, denk je aan tarzan toch? Zo was het ook, inclusief lianen. Na een uur lopen hoorden we apen gegil (weet even niet hoe ik het anders moet noemen). We kwamen steeds dichterbij en uiteindelijk hadden we een hele chimpansee familie gevonden! Zo gaaf! We hebben ongeveer een uur rond ons heen staan kijken. Wat lijken ze toch veel op mensen, en wat een geluid produceren die! Ik zal op facebook een filmpje plaatsen. Hierna was het tijd om terug naar Numugongo te gaan. Het was ook wel weer lekker om thuis te zijn.. ‘A home, far away from home’.

Tot de volgende keer!

Esmee

P.S. Foto’s plaats ik in het mapje ‘Oeganda’ op facebook, dat is makkelijker plaatsten dan op deze site.

De eerste indrukken van Afrika

Hallo allemaal!

Eindelijk, ik ben er.. De reis waar ik jaren naar uit heb gekeken. Ik ben er nu 3 dagen en ik kan het nog steeds niet geloven. Waar zal ik eens beginnen? Aller eerst mijn reis:

Ik ben donderdag ochtend om 05:00 vertrokken naar schiphol. Na woensdag avond flink gepuzzeld te hebben met het gewicht van mijn koffers is het uiteindelijk gelukt om de beide koffers precies 23 kg te laten wegen. (oke, eentje 23.4, maar dat mocht) Toen ik eenmaal afscheid had genomen van mijn vader en dus nog een tijdje alleen over schiphol wandelde drong het pas echt tot me door: ik ga alleen naar Afrika. Op schiphol vloog de tijd voorbij en voor ik het wist zat ik in het vliegtuig. Stiekem was ik best nerveus toen we echt op gingen stijgen. Want op dat moment kon ik niet meer terug. De reis zou in totaal 10 uur en 45 minuten duren, met een tussenstop in Kigali, Rwanda. Vanaf daar was het nog maar een uurtje vliegen. Op het schermpje voor mij kon ik de vluchtinformatie zien. We vlogen recht boven de Sahara. Uiteindelijk zijn we om 22:20 geland op Entebbe. De temperatuur op dat moment was 21 graden. Vanuit het vliegtuig wachtte er twee andere Nederlandse vrijwilligers op me, die in Kampala gaan werken. Samen met hun ben ik naar het immigratie kantoor gelopen. Dit begon lekker op z’n Afrikaans, rustig aan dus. Uiteindelijk heb ik zonder problemen mijn visum gekregen. Wat er in resulteerde dat ik niet lang meer op mijn koffers hoefde te wachten. En (thank god) ik zag ze direct aankomen. Dus, ik had mijn visum en koffers, nu alleen nog de taxi chauffeur vinden. Een van de eerste dingen die mij opviel toen ik in de buitenlucht stapte was de geur. Afrika heeft een bepaalde geur. Ik denk dat ik het het beste kan vergelijken met een mix tussen BBQ en wierrook. De knoop in mijn maag verdween direct toen ik een vriendelijke donkere man zag staan met het bordje: Esmee. Yes! Dat kon niet anders dan Fufu zijn. Ik liep direct naar hem toe en Fufu heette mij welkom in Uganda. Samen met hem liep ik naar het parkeerterrein. Hij was met de Jeep van het project. Op het parkeerterrein waren er kinderen muziek aan het maken en aan het dansen. Wat een gevoel voor ritme hebben zij zeg! Maargoed, Fufu moest zijn kaartje nog betalen. Hij mompelde iets naar me, echter verstond ik hem niet dus liep, nouja rende, achter hem aan. Op een gegeven moment draaide hij om en zag hij dat ik hem achtervolgde. Waarom hij heel hard moest lachen en me vertelde dat ik even bij de auto kon wachten, haha. Ik had begrepen dat de rit naar het project 1,5 tot 2 uur zou duren. Erg was het niet, want Fufu hield me wel gezelschap. We kletsten over van alles. Hij werkt al 17 jaar voor het project. Ondertussen keek ik mijn ogen uit. Overal liepen mensen, kippen en geiten. Ook veel straat kinderen, meisjes van een jaar of 5 met een baby op hun rug. Ik had van Juliet een berichtje gekregen dat zij wakker zou blijven om mij te ontvangen. (inmiddels was het ook al 1 uur s’nachts). Na een ritje van 1,5 uur vertelde Fufu dat we aangekomen waren bij de mainroad van Numugongo. Aan deze lange weg moeten we het weggetje in richting het project. Dit weggetje is echt, maar echt, heel erg hobbelig. De afgelopen nachten had het veel geregend waardoor het alleen maar erger was geworden. Eenmaal bij de poort aangekomen werd ik gelukkig heel leuk ontvangen door Juliet. Het huis waar we de komende twee weken nog met zijn drieën verblijven en daarna met zijn tweeën, is heel netjes. We hebben allemaal een eigen slaapkamer. Na ongeveer 10 min kletsen en een kleine rondleiding werd ik ook vriendelijk verwelkomt door een of ander vies beest. Het leek op een duizendpoot. Toen ik er een tik tegen gaf werd het een soort van drolletje. Ach, Juliet heeft toen ook maar gelijk verteld dat we nog meer huisdieren hebben. Een vleermuis onder de overkapping, een salamander in de douche en een heeeele hoop aapjes in de tuin. Ondanks dat, ben ik na het installeren van mijn spulletjes toch heerlijk in slaap gevallen onder mijn muskieten net.

Vrijdag zou Frank (de coördinator van Doing goood om 13:00 bij mij zijn voor mijn city tour, zoals verteld in mijn eerste blog. Ik werd rond een uur of 8 gewekt door getik op mijn raam. Geen kleine tikjes, maar echt tikken. Voorzichtig gluurde ik door mijn gordijn om te kijken wat het was. Gelukkig maar, ik keek recht in de ogen van een vogeltje waarna hij weg vloog. Dat is nog eens lekker wakker worden! Ik had nog de hele ochtend dus ik heb lekker op ons terrasje gezeten en aapjes gekeken. Juliet en Janne waren gewoon aan het werk. Gelukkig ben ik niet lang alleen geweest, want Dorothy kwam. Dorothy is de schoonmaakster. Zij was er eigenlijk de hele ochtend en maakt in etappes het huis netjes schoon, doet de was en verschoond onze bedden. Toen ik na een tijdje naar binnen ging om wat water te pakken lag ze lekker te slapen op het keukenblad. Dat schijnt hier heel normaal te zijnJ Maargoed, Frank was er uiteindelijk rond 14:30. Hij kwam namelijk uit Kampala. Kampala heeft 1,5 miljoen inwoners en is dus ontzettend druk. Na een aantal zaken doorgenomen te hebben met Frank en een passende helm gescoord te hebben zijn we samen naar de stad gegaan. Bij de poort staan altijd een paar boda-boda’s (brommertaxi’s). Het is de bedoeling om vooraf een prijs af te spreken met de driver, en daarna pas op te stappen. Het is normaal om 1000 UGX te betalen tot aan de main road. Dit is omgerekend 0,26 cent. Op de main road neem je een matatu naar de stad. Dit zijn busjes die ze vol proppen met zo veel mogelijk mensen. De busjes stoppen overal en je kunt er ook overal uit. De ‘conductor’ houd alles in de gaten. Nou eigenlijk probeert hij er gewoon zo veel mogelijk mensen in de stoppen. Aan hem moet je ook betalen. De matatu kost 2000 UGX, dit is omgerekend 0,52 cent. Na in totaal 2 uur (!) in totaal gereisd te hebben stapten we uit in hartje kampala. Wat een drukte. De mensen roepen continu Mzungu! Dit betekend blanke man. Ik heb me nog nooit zo aangekeken gevoeld als toen, terwijl in Kampala nog regelmatig blanken komen. We zijn direct naar Oasis Mall gelopen, dit is een shopping centrum waar we een simkaart hebben gehaald en waar ik geld kon pinnen. Frank en ik hebben ook direct een zak pasta gehaald bij de supermarkt want hij bleef vanavond bij ons eten. Nadien direct weer terug, yep, 1,5 uur. Aan die hitte moet ik wel ontzettend wennen, maar dat komt vast goed. Janne had wat groenten gehaald bij de lokale kraampjes net buiten de poort. Ze verkopen hier echt o-ve-ral bananen. En als je er hier 1 heb gegeten, zijn ze in Nederland niet meer lekker. Ook de avocado's zijn HUGE! We hebben dus de rest van de avond lekker buiten gezeten, pasta gegeten en gekletst.

En toen was het zaterdag, weekend. Ik heb nog helemaal niet gewerkt en heb al direct weekend. Nee, het is de bedoeling dat ik maandag begin op mijn werk. Zaterdag hebben we s‘ochtends eigenlijk niet zo veel gedaan. Uitgeslapen en in de tuin gezeten. Rond 12:00 zijn we Kampala gegaan en hebben we gegeten bij café Javas. Café Javas is midden in Kampala, naast de Oasis mall. Dit is een westers restaurantje waar je westers kan eten. We hebben daar uitgebreid geluncht en heerlijk heel de middag gezeten. De terug weg zaten we zo vol wat we het niet zagen zitten de Matatu terug te nemen dus namen we de Boda boda vanaf Kampala naar Numugongo. Boda’s zijn duurder dan de Matatu dus we wilden een goede prijs voor de rit. Na wat onderhandelen hebben we voor een goede prijs heel de weg terug naar Numugongo heerlijk op de boda gezeten. Die gasten scheuren echt door al het verkeer heen en het gaat altijd net goed, maar, we waren wel in drie kwartier thuis. Tijd is hier een heel ander begrip heb ik gemerkt, Oegandezen kennen geen horloge. Het is heerlijk om niet heel de dag op tijd te hoeven leven, zoals Nederlanders doen. Janne en Juliet hebben me daarna nog een rondleiding gegeven over het project. Wat een gigantische terrein! Je moet je voorstellen dat er 600 kinderen wonen. Het is een gezellige boel. Altijd hoor je wel geluiden, gelach, gezang of gegil. We zijn geëindigd bij de medische kliniek, hier heb ik malaria tabletten gehaald. Maandag ga ik met Juliet mee naar Nafasi, voor mijn eerste werkdag. Nafasi is op het zelfde terrein, alleen zijn we daar nog niet geweest vandaag (is 10 minuutjes lopen)

Juliet en ik zijn daarna nog naar de stad gegaan. De vrijwilligers uit het Doing goood huis, in Kampala zouden daar wat gaan drinken en vroegen of wij ook kwamen. Zo gezegd zo gedaan, voor we het wisten stonden we al weer in Kampala. We zijn in Otters bar geweest, echt een super mooie bar met meerdere Mzungu’s. Hier hebben we een paar drankjes gedaan en kennis gemaakt met de vrijwilligers uit het andere huis. In de taxi terug hebben we leuk gepraat met een Oegandese man. Hij vroeg of wij het erg vonden dat zijn vrouw er bij was. Natuurlijk niet! Na een tijdje merkte ik pas op dat zij haar kindje op schoot had! Kan gewoon hier. Ook op de boda’s zie je veel vrouwen met baby’s achterop. Het viel mij op dat hij ontzettend goed Engels sprak, in vergelijking tot andere Oegandese mensen. Je hoort toch een soort van dialect bij de meesten. Dat kon kloppen want hij vertelde ons dat hij 16 jaar in de US gewoond heeft, vandaar! Wel heel leuk, want hij had een hele boel tips. Toen we weer bij de poort aangekomen waren zat hij op slot. Oeps, en nu? Na geklop op het raam van het bewakingskantoortje nog steeds geen gehoor. Wij roepen, niemand die reageerde. De taxi chauffeur wilde wachtten tot we binnen waren, maar dit duurde hem te lang. TOET! Ineens zagen we 2 voeten in de lucht vliegen van schrik. De bewaker was (natuurlijk) in slaap gevallen. Na een hoop gelach waren we dus netjes op tijd weer thuis want zondag hadden we nog meer op de planning: Jinja.

Hierover meer in mijn volgende blog!

Byebye!

Een maand voor vertrek

Hallo allemaal!

Nog 1 maand, 8 dagen, 7 uren, 21 minuten en 10 seconden voordat ik in het vliegtuig stap richting Entebbe. Al jaren roep ik dat ik vrijwilligerswerk wil gaan doen in Afrika en het gaat op 30 maart gewoon écht gebeuren. Ik heb een maand onbetaald verlof genomen en ga mijn tijd (hopelijk) nuttig besteden in Oeganda.

Ik hou deze blog bij, zodat jullie kunnen lezen wat ik beleef in Afrika, maar ook als herinnering voor mijzelf.

Ik vlieg om 10:45 met KLM richting Entebbe, waar ik rond 22:20 zal landen. Een lange vlucht, maar: ik heb alvast sushi besteld voor in het vliegtuig, haha. Entebbe was tot 1962 de hoofdstad van Oeganda, nu is dat Kampala. Ik zal op het vliegveld opgehaald worden door een taxi chauffeur. Dit zal één van de twee vaste taxi chauffeurs van het project zijn, begreep van het bestuur. Ik zie mezelf al staan, als blanke daar op het vliegveld, helemaal alleen met 2 grote koffers en een rugzak. Pas las ik een stukje op de Facebook pagina van Doinggoood. Ik moest hier zo hard om lachen, dat ik het even wil delen:

"Op het vliegveld zag ik niemand met een bordje met mijn naam. Er was wel een jonge vent die gebaarde, maar ik dacht gewoon negeren. Daarop kwam hij naar me toe, stelde zich voor als Moses en zei jij bent Trudi. Toen ben ik toch maar mee gegaan. Het bleek dat hij een bordje maar niet meer nodig vond. Hij had mijn naam gegoogeld en had toen op Facebook mijn foto gezien."

Wel creatief toch? Maar goed, één van die chauffeurs brengt mij naar mijn project, dicht bij de hoofdstad Kampala, 35 km verder op. Ik zal op het project in het gastenhuis verblijven met nog twee andere meiden. De volgende dag ga ik met Frank op stap. Frank is de Nederlandse coördinator van Oeganda en hij zal mij dan laten zien hoe het openbaar vervoer gebruikt wordt, (wat ik heb begrepen is dat het makkelijkste vervoersmiddel in Kampala de boda boda, brommertaxi, is) waar je geld kan pinnen, en we regelen dan een simkaart.

Ik heb de afgelopen weken niet stil gezeten en al veel geregeld. Eerst mijn tickets geboekt, mijn VOG aangevraagd, kennis gemaakt met het bestuur van Kinderhulp Afrika, training van Muses gevolgd, vaccinaties gehaald, visum aangevraagd, reisverzekering gecheckt, bank op de hoogte gebracht etc etc. Er valt gelukkig ook nog genoeg te regelen voor de komende maand. Het ergste: m'n koffer inpakken.

Ik heb al een hele hoop baby kleding ontvangen, die ik mee kan nemen naar Nafasi. Voor de mensen van die ik dit heb gekregen: nogmaals heel erg bedankt. Ik hoop dat ik, als ik daar ben wat foto'tjes kan plaatsen op deze blog.

Uiteindelijk zal ik zaterdag 29 april om 23:35 terug vliegen naar Amsterdam en zondag 06:55 weer terug zijn in ons kikkerlandje. Voor nu, nog een druk maandje voor de boeg. Maar het uitkijken er naar alleen is al geweldig. Ik tel de dagen af!

Tutaonana! (tot ziens)

Esmee



Deze reis is mede mogelijk gemaakt door:

Doingoood